Ongeveer 1200 na Christus ontstond de Pinkstersequens Veni Sancte Spiritus. Een sequens is een gregoriaans misgezang. Het lied Veni Sancte Spiritus wordt toegeschreven aan ofwel paus Innocentius III (1160-1216), ofwel Stephen Langton (1150-1228), aartsbisschop van Canterbury. In het lied wordt de heilige Geest aangeroepen om te komen. Dat aanroepen gebeurt met een aaneenschakeling van benamingen voor de Geest, zoals Jij trooster, Jij zachtheid, Jij vrede, Jij licht. Vervolgens worden er acties van de Geest gevraagd, zoals: maak zacht, maak schoon, maak heel, verwarm, verlicht, besproei.

In ons liedboek zijn drie bewerkingen van dit geliefde gregoriaanse Pinksterlied te vinden. Allereerst Lied 669, een vertaling van Jan Willem Schulte Nordholt. De woorden Veni Sancte Spiritus vertaalt Schulte Nordholt met ‘Kom o Geest des Heren kom’.

Naast dit lied is er in het Liedboek, zonder noten, een bewerking afgedrukt van Huub Oosterhuis. ‘Hierheen Adem!’ klinkt de eerste regel in diens vertaling.

En aan het eind van de rubriek Pinksterliederen is er nog een derde bewerking te vinden, van Pieter van Hoof. Het is Lied 696, ‘Waai nu, Geest, waai.’ In zijn bewerking keert Van Hoof de volgorde van de sequens om: eerst de werkwoorden, daarna de namen. Door de eenvoud van zijn weergave en het liefdevolle aanspreken brengt Pieter van Hoof de Geest heel dichtbij. Als je het zachtjes zegt, zonder te zingen, wordt het door de Geest al verstaan.
De woorden geef ik hieronder weer, als een gebed voor de Pinkstertijd.
Heleen Weimar

Waai nu, Geest, waai.
Vuur ons aan en waai.
Lieve Geest, waai.

Maak warm wat koud is,
doe buigen wat star is.
Vuur ons aan en waai.
Besproei wat dor is,
genees wie ziek is.
Vuur ons aan en waai.

Gast van de ziel,
weldadige zachtheid.
Vuur ons aan en waai.
Trooster waarachtig,
Jij die de weg wijst.
Vuur ons aan en waai.

Licht van de harten,
mensenbeschermer.
Vuur ons aan en waai.
Gever van ’t goede,
lievelief vuur.
Vuur ons aan en waai.

Waai nu, Geest, waai.
Vuur ons aan en waai.
Lieve Geest, waai.